Storingen op het spoor : Weersinvloeden
We doen steeds meer om de invloed van het weer op het spoor en treinverkeer te verkleinen. Maar een forse windvlaag of lokale sneeuwval is niet altijd te voorspellen, en al helemaal niet te voorkomen. Het spoor en de treinen kunnen daar last van ondervinden, met verstoring van de treindienst als gevolg.
Onweer en storm
Door harde wind kunnen bomen langs het spoor omwaaien of takken in de bovenleiding belanden. Als de bliksem inslaat, kan de stroom uitvallen of het ict-systeem beschadigd raken. Daardoor komt (een deel van) het treinverkeer mogelijk stil te liggen.
Regen en blad
In de herfst kunnen sporen glad worden door een combinatie van vocht en pulp van afgevallen bladeren. Bij gladde sporen moeten treinen langzamer rijden, zodat ze niet doorglijden bij een overweg of station.
Zware regenval kan zorgen voor het onder water lopen van stationstunnels. Ook kan regenval het spoor of het talud waarop het spoor ligt beschadigen. Soms moeten wij daardoor het treinverkeer staken.
Sneeuw en ijs
Wissels kunnen bevriezen en blokkeren door sneeuw en ijs. Ook kan een laag sneeuw ervoor zorgen dat de gasgestookte wisselverwarming uitvalt wegens gebrek aan zuurstof. Sneeuw kan zich aan de onderkant van treinen hechten en ijsblokken vormen. Als die van de trein vallen kunnen ze wissels blokkeren of treinen beschadigen.
Hitte
Bij erg warm weer bestaat de kans dat spoorstaven uitzetten. Omdat het spoor in de lengte nauwelijks kan uitrekken, kunnen de rails kromtrekken, waardoor de kans op ontsporing toeneemt. Hitte kan ook elektronica ontregelen, waardoor bijvoorbeeld een sein- en wisselstoringen kan ontstaan.
Gevolgen voor het treinverkeer
Ons weerbureau houdt de weersverwachtingen nauwlettend in de gaten. Als het weer mogelijk tot verstoringen leidt, voeren we extra controles op en rond het spoor uit. Ook schakelen we storingsploegen in. Zij komen na een verstoring zo snel mogelijk in actie om het treinverkeer weer mogelijk te maken. Er staan locomotieven klaar om gestrande treinen weg te halen.
Dienstregeling uitdunnen
Het kan ook voorkomen dat we uit voorzorg de dienstregeling ‘uitdunnen’, bijvoorbeeld als er veel sneeuw wordt verwacht. De treinen rijden dan kortere trajecten, waardoor er bij vertraging minder files op het spoor ontstaan. Ook kunnen ze dan gemakkelijker ‘keren’ als een traject gestremd is.
Bij een uitgedunde dienstregeling moeten reizigers op lange afstanden iets vaker overstappen, maar de kans op ernstige ontregeling van het treinverkeer wordt er stukken minder door.