: Kwelgeest voor het spoor
Het kan soms flink spoken in Nederland. Gitzwarte luchten die zinderende zomerdagen omtoveren in onheilspellende stormachtige avonden. Regen, wind, onweer. En een blikseminslag kan dan flinke schade veroorzaken aan het spoor. Soms blijft zo'n inslag ons nog weken achtervolgen met een onverklaarbare storing tot gevolg.
Spookstoring
Door de kilometerslange ondergrondse kabelnetwerken verspreidt de bliksem zich soms over een groot gebied door onze systemen. Storingen door blikseminslag zijn vaak ook tijdrovend om op te lossen. We moeten namelijk alles doormeten om onderdeel voor onderdeel uit te sluiten dat er schade is. En met het blote oog zie je vaak niet direct wat er kapot is.
Maar de echte kwelgeest is misschien wel de spookstoring. Tot weken na een onweersbui blijkt apparatuur het ineens op te geven en raakt het spoor in storing. Iedereen die wel eens met elektronica heeft gewerkt, weet dat je zelfs je eigen statische elektriciteit, die je zelf niet merkt, moet ontladen. Omdat computerchips het anders na langere tijd ineens kunnen begeven.
Weersverwachtingen
Ons weerbureau houdt de weersverwachtingen nauwlettend in de gaten. Als het weer mogelijk tot verstoringen leidt, voeren we extra controles op en rond het spoor uit. Ook schakelen we storingsploegen in. Zij komen na een verstoring zo snel mogelijk in actie om het treinverkeer weer mogelijk te maken.
Aanpak
Op of bij ons spoor slaat de bliksem regelmatig in. Meestal werken de maatregelen die we genomen hebben, maar soms is de bliksem een ware kwelgeest. Door de infrastructuur opnieuw in te richten, proberen we de gevolgen tot een minimum te beperken. Zo worden systemen op de grote spooremplacementen zo min mogelijk afhankelijk gemaakt van elkaar. En als er ergens iets kapot gaat, kan de trein op andere delen van het spoor wel blijven rijden. Ook worden systemen dubbel uitgevoerd zodat ook bij blikseminslagen de treinen kunnen blijven rijden.