Verhaal

Niemand wint het van een trein

Hij heeft het mooiste uitzicht van Nederland, vindt Patrick van de Griendt. Ruim 3,5 jaar werkt hij nu bij NS als machinist. “Ik zie alles. De zon opkomen, ondergaan. De jaargetijden. En je komt nog eens ergens.” Maar de voormalig brandweerman ziet ook veel ‘gekkigheid’ op en rond het spoor en daar wil hij graag voor waarschuwen. “De trein is altijd de sterkste in het verhaal.” 

'Hij kijkt mij aan en denkt: die trein staat nog stil, daar kan ik nog snel voorlangs.'

Laatst, in Amsterdam

De voorbeelden zijn legio. En dat in ‘pas’ 3,5 jaar treinen rijden. “Laatst in Amsterdam. Mijn sein springt net op groen dus ik sta op punt van vertrekken. Vlakbij ligt een overweg die op dat moment dicht is. Niet voor mij, maar voor de trein die uit de andere richting komt. Maar dat weet de persoon die om de gesloten spoorbomen slalomt niet. Hij kijkt mij aan, denkt waarschijnlijk: die trein staat nog stil, daar kan ik nog snel voorlangs. Vlák voor de tegentrein. En voordat je ook maar enige actie kunt ondernemen, is het alweer voorbij. Maar je schrikt je kapot. Daarnaast: als er iets misgaat, is het niet alleen mij die ze raken. Maar ook de conducteur, incidentenbestrijders, reizigers, omstanders en nabestaanden.”

(Niet) net goed

Veel indruk maakte die keer in Rijen. “Ik kwam met 140 kilometer per uur aanrijden toen een fietser plots overstak. Ik heb zo ongeveer zijn achterlicht eraf gereden. Toen dacht ik heel even: dit is mis. Maar het ging nét goed. Dan zit je wel even met kippenvel in je stoel. Helaas hoor ik ook verhalen waar het juist nét fout ging. Laatst nog van een bevriende collega. Onderling praten we daarover. Wat vind je ervan, wat doet het met je? Ook krijg je in zo’n geval goede begeleiding vanuit NS.”

Onderbuikgevoel

Patrick ziet vaak al aan gedrag rond een overweg of iemand iets onveiligs uit gaat halen. “De meeste mensen staan stil voor een gesloten overweg. Anderen niet. Die draaien bijvoorbeeld een rondje op hun fiets, zetten hun voet niet op de grond. Kijken om zich heen.” Ook is hij extra waakzaam bij een aantal overwegen die erom bekend staan dat er vaak mensen onder de spoorbomen doorglippen.

Daarnaast vertrouwt hij op zijn onderbuikgevoel. Daarmee voorkwam hij een mogelijke aanrijding in Limburg, waar een groep een gesloten overweg over wil steken. “Een deel van de groep stond al aan de overkant, en de rest was ongeduldig aan het wachten. Mijn gevoel zei: oppassen. En ja hoor, op het moment dat een goederentrein gepasseerd is, steken ze over. Niet gezien dat ik erachter reed. Ze stonden al op de linker spoorstaaf. Gelukkig hing ik vól op de tyfoon.”  

Niemand wint van de trein

Claxonneren is eigenlijk het enige wat een machinist kan doen. “Ik besef goed: ik kan op dat moment het verschil niet maken. En dat is behoorlijk tegenstrijdig aan mijn verleden als brandweerman, want dan kom je om te helpen. Naast alarmeren, een hele hoop herrie maken, kan ik niks. Ik rijd met 130, 140 kilometer per uur. Uitwijken is onmogelijk. Als ik moet remmen, sta ik pas na 800 meter stil. En niemand wint het van een trein. Die is de sterkste in het verhaal. Altijd. Daarom is aandacht voor dit onderwerp zo belangrijk.”

Het spoor wordt steeds drukker, met meer goederen en reizigers die zich bewegen door ons land. Daarmee groeit het risico op incidenten en ongevallen, vooral bij overwegen. Een simpele boodschap moet daar verandering in brengen: ‘Wacht bij rood’. Todat ze gedoofd zijn. Er kan altijd (nog) een trein komen.

Lees meer over de campagne waar dit verhaal bij hoort.

Dit verhaal is gepubliceerd op: 12 november 2024