Interview : Het effect van een wijziging
Een goede, robuuste en betrouwbare dienstregeling. Daar zetten Ed Siemonsma en zijn collega’s bij NS Reizigers en NS Internationaal zich dagelijks voor in. Zowel voor morgen als op de lange termijn. Als Adviseur Infrastructuur Groot Amsterdam zijn het drukke weken voor Ed. “Hoe later we een wijziging in de planning moeten doorvoeren, hoe ingewikkelder dat wordt.”
“Ik ben namens NS regisseur voor alle infrawerkzaamheden en -projecten binnen de Ruit Amsterdam”, legt Ed uit. “En dat zijn er heel wat.” Hij doet dat samen met een team dat analyseert wat in de toekomst nodig is om een goede dienstregeling mogelijk te maken. “Daarbij kijken we ver vooruit, soms tot wel dertig of veertig jaar. Zo ben ik al sinds 2016 betrokken bij PHS Amsterdam.”
Ingrijpende wijzigingen
Hoe gaat dat dan in zijn werk? “Onze ontwikkelingsafdeling werkt de langetermijnvisie voor het spoorvervoer uit, samen met ProRail en het ministerie. Daarbij kijken ze onder andere: hoeveel treinen willen we per uur rijden, welke rijroutes zijn belangrijk en welke modellen rijden we daarop. Zoals een 6/4-model; zes Intercity’s en vier 4 Sprinters. Dat is ook afhankelijk van de groei in reizigersaantallen en vraag vanuit de markt op een bepaalde route.”
“Het is mijn taak om – vanuit het perspectief van NS – te zorgen dat wat is afgesproken daadwerkelijk gerealiseerd wordt en goed functioneert. In Amsterdam voeren we met PHS bijvoorbeeld ingrijpende wijzigingen door in de spoorlay-out; minder sporen en wissels, nieuwe seinen, kortere blokken en andere rijroutes. Wij toetsen of die nieuwe infrastructuur geschikt is voor de dienstregeling en of deze aansluit bij de afspraken voor de toekomst.”
Het is écht kei- en keihard werken voor mijn collega’s om dat mogelijk te maken.
Anders dan gepland
Vanuit NS is Ed daarbij voor ProRail en andere betrokken partijen het vaste aanspreekpunt. “Specifiek voor het infradeel”, voegt hij eraan toe. “Kortgezegd ben ik verantwoordelijk voor alles op niveau +1; dat zijn de perrons en sporen. Ik houd me bezig met alles wat wij nodig hebben om een treindienst uit te voeren.” Hij beaamt dat dat soms de nodige obstakels oplevert.
“Dit project was al bijna in uitvoering voordat alle aannemers waren gecontracteerd. Toen de laatste aan boord kwamen, waren omstandigheden en uitgangspunten gewijzigd. Dit leidde tot een andere aanpak van het werk dan hoe het project oorspronkelijk was gepland. In 2018 hadden we al een conceptdienstregeling ontwikkeld. De aannemer had uiteindelijk echter meer sporen buiten dienst nodig om het werk veilig uit te kunnen voeren. Hierdoor moesten we de eerdere modellen, die we hadden bedacht voor het rijden tijdens de verbouwing, aanpassen. Dus moesten we met elkaar een werkbare oplossing zoeken, waarbij we nu bijvoorbeeld maar zes sporen beschikbaar hebben van 28 maart tot en met 23 april.”
Best ingewikkeld
Bij iedere wijziging kijken Ed’s collega’s of daar een goede dienstregeling op te maken is. “Hoe later, en dus hoe dichter op de buitendienststelling, een wijziging komt hoe groter de impact. Wij doen dat immers niet alleen voor Amsterdam, maar voor heel Nederland. Zodra één van die schakels wijzigt, toetsen wij de complete schakel voor heel Nederland. Een wijziging in Amsterdam kan zomaar effect hebben in Eindhoven of Rotterdam.” Zo is ook de huidige buitendienststelling de afgelopen maanden verlengd met drie dagen.
“We begrijpen dat dat nodig is. Vijf jaar geleden, vóór corona, hadden we immers niet kunnen bedenken dat we nu met zo’n personeelstekort zouden zitten. Die derde dag was echter best ingewikkeld, want we hebben ook te maken met internationale treinen. Zodra de kaartverkoop van die tickets openstaat, kun je niet zo makkelijk een extra dag het spoor buiten dienst nemen. Dat is écht kei- en keihard werken voor mijn collega’s om dat dan mogelijk te maken. Alle lof voor hen!”
Ik probeer altijd te zoeken naar oplossingen in plaats van belemmeringen.
Geen belemmeringen
Als de buitendienststelling 24 april klaar is, zijn er tijdelijk weer acht sporen beschikbaar op Amsterdam Centraal. “Vijf weken later moeten we echter weer een spoor inleveren. Of eigenlijk iets minder; we hebben dan zeven en een kwart spoor ter beschikking. We willen uiteindelijk zo min mogelijk wijzigingen voor de reizigers. Daarom hebben we dit al vanaf het wijzigingsblad april verwerkt en de dienstregeling gelijk op zeven en een kwart spoor gemaakt.”
Het laat volgens hem zien hoe iedereen altijd werkt met de reiziger voor ogen. “Want daar doen we het uiteindelijk voor. Niet alleen wij, maar ook ProRail en de aannemers. Hoe lastig het soms ook is, ik probeer altijd te zoeken naar oplossingen in plaats van belemmeringen. Elke dag is een uitdaging, maar ik doe dit werk na 38 jaar nog steeds met heel veel plezier”, besluit hij lachend.