Interview : Zo bereikt tram 26 het station
Met zo’n 40.000 passagiers per dag is tramlijn 26 de drukste van Amsterdam. Om aan de voorzijde van het Centraal Station te komen, rijdt hij onder de Oostertoegangsbruggen door. Die route is de komende jaren verschillende periodes niet mogelijk als de vijf bruggen achter elkaar worden vervangen. Ger Walstra, Senior Verkeersspecialist Openbaar Vervoer bij GVB, vertelt over de oplossing die is gekozen.
Vanuit de afdeling Verkeersregie inventariseert Ger met zijn collega’s alle zaken, die de exploitatie kunnen beïnvloeden. “Dan hebben we het niet alleen over de tram, maar ook over bus, metro en veren. Het doel is om de gevolgen van werkzaamheden en evenementen te minimaliseren.”
Vast aan de rails
Zo kwamen ook de werkzaamheden van ProRail aan de vijf Oostertoegangsbruggen bij Ger terecht. “De bovenleiding van tram 26 hangt aan de onderkant van die bruggen”, licht hij de complexiteit toe. “Bovendien verleg je de route van een tram niet makkelijk onder die bruggen, want je zit vast aan de rails.” Samen met onder andere ProRail en de gemeente is eerst onderzocht of de tram door kon rijden tijdens de werkzaamheden. “Daarbij staat de veiligheid, van zowel reizigers als personeel, voor iedereen altijd bovenaan. De conclusie was dat we de tram niet veilig konden laten doorrijden.” En dus kwam de oplossing om de tram aan de IJ-zijde te houden. Daarvoor moest echter wel wat gebeuren.
Het doel is om de gevolgen van werkzaamheden en evenementen te minimaliseren.
Weg banen
“Het is een drukke lijn, dus rijden we met gekoppelde trams”, licht Ger toe. “Dat geeft veel drukte bij het in- en uitstappen. Bij eerder gebruik van de IJ-zijdehalte moesten uitstappende reizigers zich een weg banen door wachtende en instappende reizigers. Soms liepen mensen daarbij zelfs het fietspad op.” Daarop heeft ProRail de halte verbreed naar vijf meter, is het voetpad verlegd naar een vlonder in ’t IJ en is het fietspad verplaatst. “Zo kunnen tramreizigers veilig in- en uitstappen.” Maar daarmee was nog niet alles geregeld. “We hebben namelijk met onze concessieverlener, de Vervoerregio Amsterdam, afspraken dat reizigers het als een tijdelijke situatie blijven zien.”
Vrij krap
Daarom halteert tram 26 tot 2029 acht maanden per jaar aan de IJ-zijde. In die tijd wordt ieder jaar één brug vervangen. Daartussen halteert hij telkens vier maanden aan de voorzijde; alleen niet in het eerste jaar. Dan start namelijk – direct na de realisatie van de eerste brug – de sloop van de tweede brug. “Voor ons zijn die tussenliggende vier maanden ook belangrijk om noodzakelijk onderhoud aan het tramspoor te doen”, vult Ger aan. “Het is ooit aangelegd als een tijdelijke keerlus en is daarom vrij krap. Daardoor slijt het spoor daar wat sneller en is extra onderhoud met dit intensieve gebruik nodig.”
Op 27 april krijgt de nieuwe halte zijn ‘vuurdoop’ tijdens Koningsdag. Vanaf 10 juni halteert lijn 26 zijn eerste zeventien maanden aan de IJ-zijde.