Visie op het treinverkeer van de toekomst
Nieuws
Een veelgestelde vraag. Hoeveel treinen rijden er in de toekomst op het spoor? Er zijn belangrijke spoorplannen in voorbereiding en uitvoering en we hebben deze zomer grote stappen gezet om onze infrastructuur klaar te stomen voor meer treinverkeer. We hebben het op een rijtje gezet.
2016: mijlpalen bereikt
Dit jaar zijn verschillende belangrijke spoorprojecten opgeleverd. De sporen bij Utrecht Centraal hebben we in rechte banen gelegd en er ligt extra spoor tussen Schiphol en Amsterdam. De emplacementen in Amersfoort en Den Bosch en bij Almere zijn ook totaal vernieuwd, zodat treinen niet meer op elkaar hoeven te wachten om de stations in- en uit te rijden.
Een beginnetje
In de nieuwe dienstregeling van 2017 is dankzij deze vernieuwingen al meer treinverkeer mogelijk gemaakt tussen Amsterdam en Schiphol. Maar dat is nog maar een beginnetje. Op het traject Amsterdam - Eindhoven rijden in de nieuwe dienstregeling van 2018 iedere tien minuten een intercity en er volgt meer. Uiterlijk in 2028 moet er op de drukste trajecten van het land ruimte zijn voor 6 intercity’s en 6 sprinters per uur per richting.
Andere trajecten volgen
Ook op andere drukke spoorlijnen treffen we voorbereidingen om elke 10 minuten een trein te kunnen laten rijden. Bijvoorbeeld tussen Schiphol-Utrecht-Nijmegen en tussen Den Haag-Rotterdam-Delft. Tussen Delft en Rijswijk komen er daarom sporen bij. Ook het emplacement Amsterdam Centraal maken we de komende jaren beter geschikt voor meer treinverkeer. Stations zijn inmiddels al op grote schaal vergroot om het groeiend aantal reizigers te faciliteren.
PHS
Veel van deze grote spoorwerkzaamheden zijn onderdeel van het landelijke Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS). PHS heeft tot doel de capaciteit op het spoor beter te benutten en te vergroten, om zo de groei van reizigers- en goederenvervoer mogelijk te maken. Het programma is een samenwerkingsverband tussen veel spoorse partijen. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu is opdrachtgever voor PHS en verantwoordelijk voor de financiering van en de politiek-bestuurlijke besluitvorming over de PHS-projecten. ProRail werkt de plannen in opdracht van het ministerie uit, plant de treinritten in en verzorgt de dagelijkse verkeersleiding. Vervoerders zoals NS en goederenvervoerders faciliteren de treinritten voor reizigers en verladers.
Eerst beter, dan meer
Meer treinen laten rijden op ons spoor kan alleen als het spoor in goede conditie blijft. Het aantal storingen aan infrastructuur en aan treinen moet omlaag. In 2014 is de spoorsector ook gestart met een verbetertraject onder de motorkap van het spoor, zodat de processen en samenwerking in de spoorsector verbeteren. Dat programma heet Beter en Meer en richt zich op:
- Het voorkomen van grote landelijke storingen (zwarte dagen)
- Treinen na storingen zo snel mogelijk laten rijden.
- Voorkomen dat een grote storing ergens anders ook voor (grote) vertragingen zorgt.
Tijd voor groot onderhoud
Er rijden steeds meer treinen in Nederland en er gáán meer treinen rijden. Intensief gebruikt spoor, verdient goed onderhoud om de kwaliteit te waarborgen. Het is onontkoombaar dat er onderhoud gepleegd moet worden. Waar in de voorgaande jaren de focus van werkzaamheden lag op nieuwbouw, zijn er bijvoorbeeld volgend jaar regelmatig werkzaamheden voor groot onderhoud. ProRail maakt de werkzaamheden die impact hebben op het treinverkeer bekend via deze website.
Kortom, op veel plekken wordt hard gewerkt om de reiziger elke 10 minuten een trein te bieden. Het Nederlandse spoor heeft in vergelijking met andere Europese landen al een relatief hoge benuttingsgraad. Deze wordt in de eindsituatie PHS nog verder opgevoerd (15 % extra treinen landelijk, op sommige corridors in de Randstad zelfs 50% meer). En dat met nauwelijks extra sporen erbij!
Kijk voor meer informatie op www.prorail.nl/phs en www.rijksoverheid.nl/phs.