Ons station : Voorst-Empe
‘Het station ligt op eenigen afstand van het dorp aan den straatweg van Zutfen naar Deventer. Het station staat intusschen vlak bij den straatweg, die de spoorbaan kruist, en al is het dorp nog niet terstond bereikt, de hooge torenspits is zigtbaar genoeg.’
Om geld te doen
De doopsgezinde predikant Jacobus Craandijk wandelde lang, lang geleden van station Voorst naar het dorp. Het moet vlak voor de opening zijn geweest, want het eerste deel van zijn boek ‘Wandelingen door Nederland met pen en potlood’ kwam in 1875 al uit. Dat is een jaar voordat de eerste trein van de HIJSM (de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij) over de Oude IJssel richting het Ruhrgebied denderde. De aanleg van de Oosterspoorweg was de welgestelde heren Brade, Serrurier en Le Chevalier van de HIJSM om geld te doen, natuurlijk. Maar waarom dan een station in Voorst?
Dat weten we niet. Het dorp was toen een populaire recreatiebestemming voor stedelingen uit Zutphen en Deventer. Maar het bleef agrarisch, met slechts enkele industrieën en wat kleine ondernemers. Het station was eigenlijk ook niet meer dan een directiekeet: tot woning en stationsaccommodatie omgebouwd. Het bleef (ternauwernood) tot 1946 staan. Reizigers stapten er al een tijdje niet meer uit. Sinds 1938 was het enkel een los- en laadplaats, op een kleine periode in de oorlog na.
Nakomeling
Jacobus Craandijk zou zijn ogen uitkijken nu. Op exact dezelfde plek is in 2006 een nieuw station geopend. Voorst-Empe. Een wat kleurloze nakomeling (laten we eerlijk zijn) met één perron, een wachthuisje, een kaartautomaat, een toilet en een fietsenstalling. Maar het dient het doel. Het zorgt voor mobiliteit. Zodat er ook vandaag de dag mensen kunnen in- en uitstappen om net als Jacobus mooie wandelingen te maken door dorp en omstreken.
Tip: zoek het boek Treinen door Voorst, van Jan Regelink. Daarin haalt Gretha Dales-Hulleman, vrouw van een toenmalige stationschef, herinneringen op aan het oude gebouw.