Oud nieuws : De ontploffing in Schagen

Het was kwart over twaalf in de middag op dinsdag 12 september in 1944, toen Britse jagers een munitietrein de volle laag gaven. Met een daverende klap schudde Schagen wakker op deze nazomerse dag. Tot dan toe was het Noord-Hollandse stadje aardig aan het oorlogsgeweld ontsnapt. Nu raakten honderden gebouwen in de omgeving beschadigd. Wonder boven wonder bleef persoonlijk leed de Schagenaren redelijk gespaard.

Geschreven door Hans Nauta

De ontploffing leek uit het niets te komen, maar hing al een tijdje in de lucht

In de eerste oorlogsjaren kwamen dit soort treinbeschietingen in Nederland nog helemaal niet voor. De Britse Royal Air Force had de handen vol aan het verdedigen van het eigen luchtruim. Hun jachtvliegtuigen hadden bovendien nog niet genoeg brandstofcapaciteit om ver over het kanaal te komen. In 1942 kwam daar verandering in. De Spitfires kregen hulpbrandstoftanks - onder de vleugels of de romp - en kwamen voortaan tot wel 150 mijl vanaf de thuisbasis aan de Oost-Engelse kust. Precies ver genoeg om boven Noord- en Zuid-Holland te vliegen.

De tankwagons op de rangeerterreinen bij Alkmaar, Uitgeest, Haarlem, Amsterdam, Rotterdam, Dordrecht, Vlissingen en Zevenbergsche Hoek kwamen daarmee binnen bereik. Het werden doelwitten, hoewel de Nederlandse regering in ballingschap daar formeel nog geen goedkeuring voor had gegeven. Bombardementen op militaire doelen of objecten waar de Duitsers wat aan hadden; geen probleem. Maar het beschieten van goederentreinen was echt een nieuw fenomeen.

Je bleef beter bij opstelterreinen en goederentreinen uit de buurt

Minister-president Gerbrandy was geen voorstander van dit soort aanvallen. Maar de minister van Buitenlandse Zaken zag een militaire noodzaak. Daarom kwam het tot een compromis: spoorwegmaterieel mocht wel beschoten, maar niet gebombardeerd worden. En zo kwam het dat op 18 oktober 1942, via Radio Oranje, de Nederlandse bevolking werd gewaarschuwd: Je bleef beter bij opstelterreinen en goederentreinen uit de buurt. 

De Britse jagers gaven doorgaans het treinpersoneel de kans om een veilig heenkomen te zoeken. Ze vlogen eerst over de trein om die tot stoppen te dwingen. Daarna werd die beschoten. Het duurde niet lang voordat de Duitsers met een antwoord kwamen: op platte bakwagens werden Flieger Abwehr Kanone geplaatst. En daarmee was de tijd van coulance ook wel voorbij. De Spitfires probeerden direct de nog rijdende locomotief uit te schakelen.

Maar toen het aantal treinen dat werd beschoten snel toe nam, werd er toch een methode bedacht om het treinpersoneel enigszins te waarschuwen voor het gevaar uit de lucht. Een geel-blauwe vlag op station of post betekende foute boek. Dat was het 'sein Lodewijk'. In de telegrafie Lodewijk voor de letter L. Dezelfde L als voor luchtgevaar.

  • Een ravage op station Schagen
    Een ravage op station Schagen
  • De restanten van een treinwagon, in de sneeuw
    De restanten van een treinwagon, in de sneeuw
  • Een fotograaf legt de geschiedenis vast
    Een fotograaf legt de geschiedenis vast

'...of de piloten wel ondubbelzinnig geïnstrueerd zijn'

De oorlog sleepte zich naar de geallieerde invasie op de stranden van Normandië. In de voorbereiding daarop werden de Duitse verdediging en de mogelijkheden voor transport ontregeld. Op 6 maart 1944 kwam dat tot een plan: het Transportation Plan. Spoorwegen, spoorbruggen, rangeerterreinen, stations en werkplaatsen werden gebombardeerd en de beschietingen op treinen namen toen. Tot dan was het vooral de Royal Air Force dat aanviel vanuit de lucht, maar nu stegen ook Amerikaanse escortejagers op. Efficiëntie stond daarbij voorop: Eerst begeleidden deze vliegtuigen bommenwerpers op weg naar Duitsland, op de terugweg vlogen ze laag over het land om treinen aan te vallen.

Anderhalve maand later besloot de Supreme Headquarters Allied Expiditionary Air Forces om het rigoureuzer aan te pakken. Daar werd de Nederlandse regering niet eens meer over gehoord. Alle treinen konden doelwit zijn. Rond de Pinksterdagen in 1944 werden er maar liefst 61 beschoten. De schade en het leed waren enorm: 39 reizigers, zeven spoorwegmedewerkers en drie Duitse soldaten werden gedood. Het Nederlandse verzet stuurde de regering een kritisch bericht met de vraag '...of de piloten wel ondubbelzinnig geïnstrueerd zijn'.

Het antwoord uit Londen kwam nauwelijks boven het wapengekletter uit, want de invasie in Normandië was inmiddels begonnen. In het voetspoor van de oprukkende geallieerde legers volgden ook de Britse Second Tactical Air Force en Amerikaanse 9th Air Force. Zij ondersteunden de grondtroepen vanaf vliegvelden in bevrijd gebied, waarbij het zwaartepunt van de luchtaanvallen naar Nederland verschoof.

 

Inmiddels was er een nieuwe dreiging bijgekomen

In september 1944 nam het aantal vluchten boven ons land nog verder toe, ter voorbereiding op de landingen bij Arnhem en omgeving. Dagelijks vlogen nu Britse jagers - vanuit Engeland en vanaf veroverde vliegvelden - om zogeheten gewapende verkenningen uit te voeren. Het doel: vijandelijke troepenverplaatsingen verhinderen. En inmiddels was er een nieuwe dreiging bijgekomen: Duitse ballistische raketten. De V-1's werden in juni 1944 voor het eerst op Londen afgevuurd, maar nu vlogen - vanaf een locatie bij Wassenaar - ook de V-2's door de lucht. Omdat deze raketten na lancering niet meer te onderscheppen waren, gingen de jagers op zoek naar de afvuurlocaties en de voorzieningen waarmee onderdelen en brandstof werden aangevoerd.

De Britse Hawker Tempest jachtvliegtuigen werden hiervoor ingezet. Ze waren uitgerust met vier 20 millimeter Hispano-boordkanonnen in de vleugels. Stelselmatig speurden de piloten Zuid- en Noord-Holland af; twee Hawker Tempests op lagere hoogte en twee daarboven om dekking te bieden tegen Duitse vliegtuigen.

De Britse Hawker Tempest jachtvliegtuig
De Britse Hawker Tempest jachtvliegtuig

Diezelfde ochtend, op het station

Op 12 september 1944, kwart over elf in de ochtend, stijgen vier vliegtuigen van de No.3 Squadron op. Van Newchurch in Kent zetten ze koers naar Rotterdam om een Big Ben Patrol uit te voeren. Dat is de codenaam voor een verkenning naar de mogelijke aanwezigheid van V-2's. De Britse eerste luitenant Raymond Hedley 'Clap' Clapperton leidt zijn mannen: Canadees Ralph Hassall en de Australiërs Ronald Sam 'Scratch' Adcock en John Irwin Adams. De gevreesde raketten kwamen ze niet tegen, maar langs de kust bij Warmond werd nog wel even een stilstaande passagierstrein beschoten voordat ze richting het noorden vlogen.

Diezelfde ochtend, op station Schagen, werden de zeventien wagons van een Duitse trein volgeladen met munitie. Tot ongenoegen van stationschef Van Broeke: die had er bij de Duitse autoriteiten tevergeefs op aangedrongen dat buiten het station te doen. Nu stond de explosieve trein een tijdje doelloos te wachten op het geplande vertrek naar Oisterwijk om 14.00 uur. Een vertrek dat nooit zou plaatsvinden. Want om kwart over twaalf rolde vanuit Alkmaar een personentrein het station van Schagen binnen, juist op het moment dat de jagers No.3 Squadron overvlogen. Terwijl de reizigers het perron op stapten, werd die trein onder vuur genomen. In een latere rapportage staat daarover heel summier: 'Train of rail road waggons and loco at Schagen going North.'

De kogels vlogen om de oren

Wagons van de munitietrein vlogen in brand en ontploften door de zware granaten die erin lagen. Dat ging één voor één en zorgde voor enorm veel schade op het station en in de omgeving. Daarna knalden de wagons met - vermoedelijk - dynamiet open. Brokstukken en munitie kwamen neer op de huizen in de straten rondom. Het is dat Van Broeke en spoorbeambte Berkhouwer enkele wagons konden afkoppelen en wegrijden: daarmee werd nog erger voorkomen. En waarschijnlijk had het luchtalarm geklonken, waardoor sommigen op tijd een veilig plekje konden vinden.  

Het drama van Schagen

Maar toch. Toen de rook was opgetrokken bleek het drama van Schagen groot. Bij de beschieting van de reizigerstrein vielen drie doden en twaalf gewonden. Bij de ontploffing van de munitietrein liepen drie mensen letsel op en was de schade niet te overzien. Drie panden én het kaaspakhuis brandden af. Tientallen gebouwen waren zo beschadigd dat ze afgebroken moesten worden. En aan nog eens 250 panden waren flink wat reparaties nodig. Het was een ravage. Een ravage die de Hawker Tempests snel achter zich lieten. Rond kwart over één landden zij weer veilig op de thuisbasis in Engeland.

Vijf dagen later, op 17 september 1944, begonnen de luchtlandingen van geallieerden bij Arnhem. Tegelijkertijd werd de spoorwegstaking uitgeroepen. Ruim dertigduizend medewerkers legden hun werk neer. Misschien was dat ook om een andere reden maar goed ook. De Texelse onderwijzer Buisman schreef na de ramp in Schagen niet voor niets in zijn dagboek: 'Bij Schagen is een munitietrein in de lucht gevlogen. Het reizen met de trein is nu levensgevaarlijk.'

In kaart gebracht

Het verhaal van de ontplofde munitietrein op station Schagen is ook in beknopte vorm te vertellen, met foto's, een tijdlijn en een kaart.

Lees hier het beknopte verhaal Lees hier het beknopte verhaal

Spoorwerkcheck

Woon of werk je binnen 300 meter van het spoor? Maak dan gebruik van onze spoorwerkcheck. Je ziet direct welke werkzaamheden in jouw buurt gepland staan.

Dit veld is verplicht en accepteert alleen cijfers en letters en geen spatie

Dit veld is verplicht en accepteert alleen cijfers