: Een optimale dekking
Er rijden steeds meer treinen. Om treinverkeer mogelijk te maken wordt GSM-R als communicatienetwerk gebruikt. We vernieuwen daarom de komende jaren het GSM-R Radionetwerk. Een gigantische klus voor de ICT-afdeling van ProRail.
Vernieuwen en verbeteren
Iedereen met een smartphone heeft wel eens gemerkt dat het signaal tijdens het reizen kort weg kan vallen. Dat is vervelend, maar niet meer dan dat. Als we naar het spoor kijken ligt dat anders. Wanneer het netwerk wegvalt, heeft dat effect op de treinenloop en zullen bijvoorbeeld ERTMS treinen stoppen met rijden. Daarom is optimale dekking en beschikbaarheid van het netwerk van levensbelang.
Die optimale dekking wordt geboden door het GSM-R netwerk. Dat netwerk is eigendom van ProRail en bestaat uit zo’n 400 masten met antennes. De primaire functies van het netwerk zijn de veiligheidscommunicatie tussen verkeersleiding en machinist en het transport van ERTMS signalering. Ook zijn allerlei applicaties afhankelijk van het GSM-R netwerk zoals bijvoorbeeld stationsklokken, reizigersinformatieborden en monitoringsystemen.
Om de dekking van het netwerk te verbeteren, vernieuwen we bestaande masten en antennes en plaatsen we nieuwe masten. Het netwerk vernieuwen is nodig om de treinen ook in de toekomst veilig te kunnen laten rijden.
Een radioplan
Guido Backer: “Ons GSM-R netwerk is tussen 2000 en 2004 gebouwd. De radioapparatuur die toen is geplaatst loopt nu richting einde levensduur. Er is besloten dat we tot 2030 gebruik blijven maken van het GSM-R netwerk. Om dat te kunnen doen is een update nodig. Dat is de reden dat we moeten vernieuwen. Feitelijk gezien bouwen we het netwerk zodat we de GSM-R functionaliteit kunnen waarborgen en de treinen kunnen blijven rijden.”
Renze Zijlstra, productbeheerder: “Om zwakke plekken uit ons netwerk te halen is er een plan gemaakt. Dat heet een radioplan. Dat plan bepaalt welke locaties de meest optimale dekking geven voor het netwerk. Wat is de beste plek voor een nieuwe mast bijvoorbeeld om ervoor te zorgen dat het netwerk optimaal werkt? Het uitgangspunt hierbij is om zoveel mogelijk al bestaande locaties te gebruiken. Op plaatsen waar dat niet kan, bouwen we nieuwe masten.”
Het is een gaaf, maar complex project. Het is een ICT-project, maar we raken er iedere afdeling binnen ProRail mee.
Locaties
Peter Pluister, technisch projectmanager: “De meeste tijd in dit project zit hem in het bouwen van nieuwe masten. Als vanuit de radioplanning een locatie is gevonden, dan gaan we kijken naar de mogelijkheden. Welk stukje grasveld is geschikt en van wie is het? Als het grond van ProRail is, dan is het makkelijk. Dat is helaas niet altijd het geval. Dan moeten we kijken of we de grond kunnen kopen of pachten.”
Guido Backer: “Daarbij moeten we ook rekening houden met de omgeving. Mensen zitten bijvoorbeeld niet te wachten op een GSM-mast naast hun huis. Dat begrijpen we, maar soms is het de enige optie. Dat is iets waar we in de communicatie rekening mee moeten houden. We moeten goed uitleggen wat het plaatsen van zo’n mast nu betekent en dat het geen overlast met zich meebrengt.”
Het uitgangspunt is om zoveel mogelijk al bestaande locaties te gebruiken.
HSL-test
Van de ongeveer 400 locaties zijn er nu 100 vernieuwd. Daarbij zijn 20 nieuwe masten geplaatst. De meest in het oog springende werkzaamheden waren die rondom het HSL-traject. Pleunie Raspe, technisch projectmanager: “Op het HSL-traject hebben we onlangs in twee dagen tijd acht locaties vervangen. Een flinke klus. Alle hardware is aangepakt en alle kabels, leidingen en antennes zijn vernieuwd. Dat is gedaan tijdens een treinvrijeperiode, want we kunnen zulke werkzaamheden uiteraard niet uitvoeren op het moment dat treinen met 300 kilometer per uur voorbij razen.”
Voordat treinen weer in dienst gaan, worden er altijd testen uitgevoerd om te kijken of alles naar behoren werkt. Dat gebeurt normaal gesproken met meettreinen. In dit geval was echter de inzet van de Thalys noodzakelijk. “Een testtrein regelen is niet zo’n probleem, maar zo’n trein rijdt 40 tot 80 kilometer per uur. Dat was in dit geval niet voldoende, omdat we moesten weten of het signaal niet weg zou vallen als er treinen met 300 kilometer per uur voorbij rijden.”
De enige manier om op baanvaksnelheid te testen was met de Thalys. Dat is niet gebruikelijk en ook niet eenvoudig. “Sinds de HSL in 2009 in dienst ging, is dit nog niet gebeurd. We hebben hemel en aarde moeten bewegen om de Thalys hiervoor in te kunnen zetten, maar het is gelukt.” Renze Zijlstra: “In de nacht voor de indienststelling van het spoor hebben we twee treinen laten tijden. Eentje op lage snelheid en de Thalys op hoge snelheid. In die treinen zitten mensen met meetapparatuur om te kijken of het netwerk goed dekt. Zo kunnen we problemen en storingen direct oplossen.”
Op het HSL-traject hebben we onlangs in twee dagen tijd acht locaties vervangen. Een flinke klus.
Samenwerking
Binnen ICT is dit momenteel het grootste project en daarmee ook bijzonder. “Het is een heel divers, gaaf en zichtbaar project. Het vraagt veel van je organisatie en het is lang niet altijd makkelijk. Om tot een goed eindresultaat te komen is een goede samenwerking tussen verschillende afdelingen noodzakelijk. Dat hebben we nu goed op de rit.”
Renze: “Daarnaast is het mooi om te zien hoe andere landen binnen Europa naar ons kijken omtrent het onderwerp GSM-R. Wij lopen daarin ver vooruit en we zijn een soort showcase voor andere landen.”
GSM-R
Om het netwerk te optimaliseren en de dekking te verbeteren is het nodig meer zendmasten te bouwen langs het spoor. Landelijk gezien vernieuwen we de komende twee jaar ongeveer 300 bestaande opstelpunten en plaatsen er nog zo’n 70 masten bij.