Maatregelen moeten problemen ‘flessenhals’ Meppel tegengaan

Bottleneck

Het baanvak Zwolle-Meppel vormt een bottleneck van en naar het Noorden. Het spoor tussen Zwolle en Meppel en de perronsporen bij Meppel zijn cruciaal voor de betrouwbaarheid van het spoor richting het Noorden. Ook is het een knelpunt voor uitbreiding van treinen of stations. De mogelijkheid om meer treinen te laten rijden en nieuwe haltes op te nemen in de dienstregeling Leeuwarden/Groningen-Zwolle is hierdoor beperkt.

In opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat onderzochten wij maatregelen. Deze moeten de betrouwbaarheid van de dienstregeling verhogen en de capaciteit en mogelijkheden voor de toekomstige dienstregeling vergroten.

Maatregelen

Enkele oudere onderdelen aan het spoor tussen Zwolle en Meppel, die gevoeliger zijn voor storingen, worden preventief vervangen. Ook wordt het onderstation in Zwolle, dat zorgt voor de levering van stoom aan de bovenleiding, aangepast. Hierdoor krijgen de trajecten naar Emmen en Meppel stroom vanaf hun eigen stroommeter en wordt de voeding van de bovenleiding minder kwetsbaar. Deze maatregelen zijn gepland voor 2027 of waar mogelijk eerder.

Sneller rijden

Rijtijdwinst zorgt voor een robuustere dienstregeling. Zo ontstaat meer ruimte in de dienstregeling om eventuele verstoringen op te vangen. Dit kan door seinen en borden te verplaatsen, zodat plaatselijk de snelheid van treinen verhoogd kan worden. Ook kijken we of we geplande grootschalige vernieuwingen dusdanig kunnen uitvoeren dat we niet een-op-een vernieuwen wat er ligt, maar ook kijken of aanpassingen bijdragen aan dit doel. Bijvoorbeeld door overbodig geworden infrastructuur te verwijderen.

Ongevallen op overwegen

De verkenning toont ook aan dat een aanzienlijk deel van (langdurige) verstoringen het gevolg zijn van ongevallen op overwegen. In de komende periode worden de mogelijkheden om overwegen verder aan te pakken in kaart gebracht. Dit onderzoek moet voor de zomer van 2025 zijn afgerond. Aanpak van overwegen zorgt voor een verbetering van de robuustheid én verbetering van de overwegveiligheid. Ook dit is nodig voor de gewenste verhoging van het aantal treinen tussen Zwolle, Groningen en Leeuwarden.