Regiodirecteur over Zandvoort: 'De focus ligt nu op de operatie'

Heel ander karakter

De lijn Haarlem-Zandvoort was er nou net één waar de regiodirecteur Randstad Noord eigenlijk geen omkijken naar had. “Het is een relatief rustig traject waar op zonnige dagen maximaal vier treinen per uur rijden. Maar dan komt de Grand Prix naar Zandvoort en krijgt zo’n traject ineens een heel ander karakter.”

Vol aan de bak

In april vorig jaar werd het evenement toegewezen aan Zandvoort. Vanuit de organisatie en de gemeente kwam al snel de wens dat bezoekers daar met de trein naartoe zouden reizen.

Kees: “Ik vind het ontzettend leuk dat Nederland in staat is om zulke grote evenementen binnen te halen. Maar wij hebben direct aangegeven dat we niet voldoende stroom hebben om zo maar twaalf treinen op het spoor te zetten. Dat was ook een wake up call voor de gemeente Zandvoort en de organisatie. Iedereen wist: we moeten vol aan de bak.”

En dus werden de financiën in recordtempo geregeld. "We zijn continu doorgegaan met plannen maken. In de hele aanloop naar de Grand Prix hebben we geen seconde stilgezeten. Er wordt door veel vakmensen keihard gewerkt om dit project in no time uit te voeren. Inmiddels zitten we in de realisatiefase, maar het wordt nog spannend hoe we het operationeel gaan doen. Gelukkig hangt er om het project een hele positieve sfeer. Ik vind het een van de leukste dingen die er momenteel spelen."

Méér voedingskabels

Dat de energievoorziening de grootste uitdaging was, wist ProRail al. Kees: "De wens van NS om op drukke stranddagen zes treinen per uur te laten rijden, lag er namelijk al. En we wisten dat dat eigenlijk niet kon. Daarom leggen we op een groot tracé een stuk meer kabels aan om de bovenleidingen van meer vermogen te voorzien."

Ook de capaciteit van station Zandvoort werd uitgebreid. Inmiddels is het kopstationnetje twee semipermanente zijperrons rijker. Kees: "Zo scheiden we de reizigersstromen en kunnen mensen sneller en veiliger in- en uitstappen. De nieuwe perrons blijven minimaal tien jaar liggen."

Geen speelruimte

Station Zandvoort is in maart klaar. De stroomvoorziening in april, een paar dagen voor de start van het evenement. Volgens de regiodirecteur is er geen aanleiding om te denken dat het werk niet op tijd af komt. “Maar de planning is krap. We moeten alles op alles zetten want er is geen speelruimte.”

Van tevoren de nieuwe bekabeling testen met twaalf treinen per uur is logistiek niet haalbaar. “Dat betekent dat we superalert moeten zijn als het evenement begint. Natuurlijk hebben we dan onze inspecties gedaan. Er zal een wegsleeplocomotief klaarstaan, mocht er tóch een trein stil vallen. Verkeersleiding en incidentenbestrijding worden goed geïnstrueerd en we richten een calamiteitenorganisatie in.”

Focus op operatie

"Onze focus ligt nu op de operatie", aldus Kees. "Wij moeten ervoor zorgen dat we op die drie dagen operationeel goed draaien." Slapeloze nachten heeft hij niet maar spannend is het wel. "Het spannendst vind ik wat er gebeurt als een trein toch stil komt te staan. Hoe snel krijgen we die weer op gang? Normaal gezien vervolgen reizigers dan hun reis met een bus maar tijdens de Grand Prix zitten alle bussen vol. Je bent dus afhankelijk van de treindienst."

Tevreden terugkijken

Wanneer de regiodirecteur met een goed gevoel terugkijkt op het evenement? "Ik ben tevreden als het evenement veilig verloopt, de overlast enigszins meevalt en als mensen het evenement als prettig hebben ervaren. Maar wel in die volgorde. Ook hoop ik dat bezoekers zich realiseren dat wachten erbij hoort. Als je 40.000 mensen moet vervoeren, ben je met twaalf treinen per uur alsnog een kleine vier uur bezig. Loop even de stad in, ga een hapje eten. Zo voorkom je dat je 3,5 uur op een trein staat te wachten."