Het weer : Lente en zomer
Aanhoudende hitte (temperaturen boven de 25 graden) kan de oorzaak zijn voor problemen op het spoor. Spoorstaven kunnen uitzetten en elektronica kan door hitte ontregeld raken, met sein- en wisselstoringen tot gevolg.
Spoorspatting
Omdat het spoor in lengte nauwelijks kan uitrekken, kan het sopoor kromtrekken. Dit noem je een spoorspatting. Dit voorkomen we door te zorgen dat het spoor stabiel ligt en de ballastblokken tot aan de spoorstaven liggen.
Ook elektronica kan door hitte ontregeld raken, met sein- en wisselstoringen tot gevolg. Voordat de zomer begint, plaatsen we daarom koelapparatuur in onze technische ruimtes. En krijgen airconditioners en klimaatapparatuur een extra onderhoudsbeurt.
Bliksem
Onweer, hitte of droogte: zomers weer kan invloed hebben op het spoor. Na een zomerse dag kan het gaan onweren. Het Nederlandse spoor heeft regelmatig te maken met blikseminslag.
Door bliksemafleiders op en rond het spoor kunnen treinen vaak gewoon blijven rijden. Maar soms raakt een systeem van ProRail toch beschadigd door bliksem. Daarom draaien veel systemen van ProRail dubbel. Bovendien zorgen we dat onze apparatuur maar een klein gebied bedient. Dit verkleint de kans op omvangrijke storingen.
Hitte en spoorbruggen
Spoorbruggen zijn extra gevoelig voor hoge temperaturen. Zeker als zo'n brug uit beweegbare delen bevat, bijvoorbeeld om vaarverkeer doorgang te geven. Door de warmte zetten stalen onderdelen uit en kunnen zelfs verbuigen. Ook kunnen systemen ontregeld raken. En net als op andere plekken (die meestal schaduwrijker zijn dan bruggen) zet het spoor uit bij hitte. Om dat toch enigszins op te vangen gebruiken we op lange bruggen 'compensatielassen'. Dit zijn kleine openingen tussen de spoorstaven, zodat er wat ruimte is.
Droogte en storm
Warm lente- en zomerweer betekent vaak ook: droogte. En ook dan is ProRail alert. We inspecteren spoordijken extra op dreigende verzakkingen en we nemen preventieve maatregelen om bermbranden te voorkomen.
Soms ontregelt een zomerstorm het treinverkeer. Zo zorgen takken op het spoor of in de bovenleiding voor onveilige situaties. ProRail snoeit en kapt daarom de begroeiing langs het spoor. Zo voorkomen we overlast tijdens harde wind. Wordt er extreem harde wind verwacht? Dan laten we treinen zachter rijden, of rijden er minder treinen. Die beslissing nemen we in overleg met vervoerders.
Spoorlopers
Het warme weer brengt ook een onverwacht gevaar met zich mee: spoorlopers. Spoorlopers zijn bijvoorbeeld mensen die hun hond uitlaten of bramen plukken langs het spoor. Of kinderen die spoorbruggen als duikplank gebruiken. Deze spoorlopers zorgen niet enkel voor gevaarlijke situaties maar ook voor vertragingen.