ProRail verzet meer werk dan ooit

Voorschoten, dassen en prestaties 

Het jaar 2023 was onder meer het jaar van het treinongeval bij Voorschoten (het onderzoek zit in de afrondende fase), dassen en bevers rond het spoor en tegenvallende prestaties, met name in het laatste kwartaal. Daarover heeft ProRail vorig jaar al bericht. Uit analyses blijkt dat de oorzaken gezocht kunnen worden bij de tijdelijke snelheidsbeperkingen die opgelegd dienden te worden, een tekort aan beschikbaar materieel en onderhoudspersoneel bij NS en een minder robuuste dienstregeling tijdens werkzaamheden. 

ProRail vindt dit heel vervelend voor de reizigers en verladers. Zij moeten kunnen reken op een betrouwbaar spoor. Daarom voert ProRail sinds begin 2024 met prioriteit verbetermaatregelen door; onder meer gericht op het opheffen van tijdelijke snelheidsbeperkingen. Maart en begin april laten al de eerste voorzichtige verbeteringen in de punctualiteit zien.

Regio en goederenvervoer

Op de regionale lijnen voldeed ProRail niet aan de afspraken die met het ministerie gemaakt zijn. Dit kwam vooral door stakingen bij de regionale vervoerders. Het spoorgoederenvervoer in Nederland nam vorig jaar met ongeveer 10% af. De oorzaak hiervan is met name de verminderde vraag naar kolen en de economische ontwikkelingen in Duitsland en China.

Meer werk dan ooit 

Uit het jaarverslag blijkt ook dat ProRail meer werk dan ooit heeft laten uitvoeren en daarbij mooie mijlpalen heeft weten te bereiken. Zo is de reistijd naar Berlijn met een half uur korter geworden, is de organisatie een trede geklommen op de Safety Culture Ladder en het oordeel van omwonenden over ProRail is licht verbeterd. Daarnaast is onverminderd gewerkt aan onder meer het opheffen van niet actief beveiligde overwegen, het reduceren van geluid rond het spoor en een duurzame bedrijfsvoering. 

Ook in 2024 wordt er bergen werk verzet op en rond het spoor. Er worden meer dan 400 projecten uitgevoerd. Dat is nodig, vertelde Voppen eerder al: “Ons spoor stamt veelal van vlak na de Tweede Wereldoorlog en gaat zo'n veertig jaar mee. Nu zijn we tachtig jaar verder en is er dus op veel plekken een tweede ronde groot onderhoud nodig. Tegelijkertijd willen we het spoornetwerk uitbreiden voor meer en beter treinverkeer. Dit doen we door nu te verbeteren en fors in te zetten op digitalisering.”