Spoorsector kiest voor ATO

Nieuws

14 oktober 2021

Automatische treinbesturing maakt het mogelijk de capaciteit te vergroten, efficiëntie te verbeteren en kosten te verlagen. De brede spoorsector spreekt daarom vandaag op het ATO Live Event de ambitie en daarmee de noodzaak uit om gezamenlijk de potentie van Automatic Train Operation (ATO) verder te onderzoeken.

Fundamentele veranderingen

De spoorsector staat voor een fundamentele verandering, waarbij niet alleen aanpassingen aan het materieel nodig zijn, maar ook het karakter van het werk verandert. Een dergelijke systeemtransitie, waarin partijen sterk van elkaar afhankelijk zijn, brengt vele vraagstukken met zich mee. Bijvoorbeeld hoe om te gaan met de investeringen en hoe we informatiedeling regelen.

ProRail gaat daarom, samen met NS, het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, de andere reizigersvervoerders en gemeenten de potentie van ATO onderzoeken. Gezamenlijk stellen we daarna vast wat er eventueel nodig is om deze techniek succesvol te implementeren.

Noodzakelijke stap 

John Voppen, CEO van ProRail: “ATO is een noodzakelijke stap die we als spoorsector willen ontwikkelen. Het gaat ons om een nog beter spoorproduct. Meer capaciteit, een hogere punctualiteit, CO2-reductie: het past allemaal bij onze doelen voor de komende jaren en ATO gaat ons daarbij helpen.”  

ATO wordt niet alleen door de Nederlandse spoorsector, maar ook elders in Europa, gezien als een noodzakelijke ontwikkeling om de concurrentiepositie van het spoor te behouden en waar mogelijk te versterken. De komende decennia wordt 30 tot 40 procent groei van het aantal reizigers verwacht en 50 tot 80 procent groei van het goederenvervoer. Het spoor is nu al drukbezet en zal niet in staat zijn om deze groei op te vangen. Daarvoor is meer capaciteit op het spoor een voorwaarde.  

Het ATO Live Event
Het ATO Live Event

Direct voordeel

Uit onderzoek van ProRail blijkt dat de capaciteitsvergroting, die ATO in potentie biedt, direct voordeel kan opleveren, omdat er minder snel uitgaven nodig zijn voor het aanleggen van nieuwe infrastructuur. Een voorbeeld hiervan is de capaciteitsbehoefte rondom Schiphol. Met automatische treinbesturen en het nieuwe treinbeveiligingssysteem ERTMS lijkt de stap van 20 naar 24 treinen per uur per spoor mogelijk.

Onderzoeksfase tot eind 2025

De partijen hebben een gemeenschappelijk beeld over de verwachte potentie en ontwikkeling van ATO, maar de invulling vraagt nader inzicht. Daarom geven de partijen gezamenlijk invulling aan de onderzoeksfase die tot eind 2025 duurt. Na deze fase moet genoeg kennis zijn verzameld om besluiten te nemen over de eventuele implementatie van ATO in Nederland.  

De hoofdactiviteiten in de onderzoeksfase zijn: 

  • Uitvoeren simulaties, experimenten en, testen en commerciële pilots. 
  • Inrichten programma voor samenwerking en kennisuitwikkeling. 
  • Uitwerken wet- & regelgeving. 
  • Uitwerken veiligheidsaspecten. 
  • Onderzoek naar de impact van ATO op het werk van collega’s in de spoorsector  
  • Opstellen sectorbrede business case
  • Aansluiten op nationaal en internationaal beleid.

ATO is een noodzakelijke stap die we als spoorsector willen ontwikkelen.

John Voppen CEO bij ProRail

Proef op de Betuweroute 

Tijdens de onderzoeksfase zullen verschillende experimenten en testen uitgevoerd. Naast de Automatic Rangeren kijkt ProRail samen met vervoerders ook naar de impact op de baan. Een van deze projecten is een geplande proef op de Betuweroute. 

Nadat ProRail in 2018 met een rit met een locomotief aangetoond heeft dat rijden met ATO in Nederland mogelijk is, wordt nu in een vervolgproef in de praktijk aangetoond dat ATO-operatie ook mogelijk is met goederentreinen met wagons. Een goederentrein is door de wisselende samenstelling het meest complexe treintype om te besturen. Deze trein is voor ATO daarom de grootste uitdaging. Voor deze proef is de Betuweroute uitgekozen. Deze lijn is hiervoor aantrekkelijk omdat deze goed afgeschermd is voor overig (trein)verkeer, toegang tot de baan goed afgesloten is en er het beveiligingssysteem ERTMS ligt. 

Tweede innovatie getest 

De tweede innovatie die wordt beproefd is Remote Supervision and Control (RSC), de volgende stap van automatisering. Hierbij wordt een automatisch rijdende trein op afstand bewaakt door een in een Remote Control Center (RCC) zittende machinist. Hiervoor moet de trein zelfstandig conflicten kunnen signaleren en beeldinformatie naar het RCC sturen.  

Veiligheid 

Tijdens alle testen is er in verband met de veiligheid altijd een machinist aan boord van de testtrein om bij calamiteiten in te grijpen als dit noodzakelijk is. Er zal een heel jaar gereden worden met een goederentrein met verschillende samenstellingen om onder alle soorten (weer)condities te leren wat dit betekent in de praktijk. 

Meer over:

Meer nieuws

Spoorwerkcheck

Woon of werk je binnen 300 meter van het spoor? Maak dan gebruik van onze spoorwerkcheck. Je ziet direct welke werkzaamheden in jouw buurt gepland staan.

Dit veld is verplicht en accepteert alleen cijfers en letters en geen spatie

Dit veld is verplicht en accepteert alleen cijfers