Geluid : Rapportages

Geluidsproductieplafonds

De wet biedt omwonenden bescherming tegen het geluid van treinen. Er gelden Europese eisen aan het geluid van elke trein. Vervoerders moeten zorgen dat hun treinen aan deze eisen voldoen. De Inpsectie Leefomgeving en Transport (ILT) houdt hier toezicht op. Daarnaast zijn er wettelijke regels voor de toename van het geluid. Bijvoorbeeld bij stijging van het aantal treinen of wanneer treinen sneller rijden. Langs alle sporen die ProRail beheert liggen daarom virtuele geluidsreferentiepunten. 

Voor elk geluidreferentiepunt is een wettelijk geluidsproductieplafond (gpp) vastgesteld. ProRail moet zorgen dat deze geluidsproductieplafonds niet overschreden worden. ILT houdt hier toezicht op.

Waarden geluidsproductieplafonds

De gpp’s gaan niet over het geluid van een enkele trein, maar over de totale hoeveelheid geluid in een heel kalenderjaar. Een gpp is een gemiddelde waarde per 24 uur. Voor elke trein in de nacht geldt een toeslag van 10 dB en voor elke trein in de avond een toeslag van 5 dB. De waarden van de geluidsproductieplafonds verschillen daarnaast ook per locatie. 

In 2012 is het geluidsproductieplafond ingevoerd. De waarde op dat moment is het uitgangspunt. Bij projecten worden de gpp’s daarna vastgesteld op het toekomstig verwachte geluidsniveau. Als er geluidsreducerende maatregelen zijn of worden getroffen, hebben de gpp’s een lagere waarde.

Rapportages

Elk kalenderjaar rapporteert ProRail over de naleving van de geluidsproductieplafonds. In de periode 2013 tot en met 2023 was het voor ProRail een wettelijke plicht vanuit de Wet milieubeheer om jaarlijks een nalevingsverslag te maken. Vanaf 2024 verpllicht de Omgevingswet ProRail om jaarlijks een verslag van de monitoring van de gpp’s te maken. Nalevingsverslagen én monitoringsverslagen hebben op basis van de wet niet precies dezelfde inhoud. De vergelijking tussen het gpp en de geluidswaarde in een kalenderjaar komt wel in beide type verslagen terug. Alle verslagen kun je hieronder vinden en bekijken.